Je hebt jezelf ingeschreven voor De Ronde van het Buitenblad, maar wat nu? Je hebt eigenlijk nog nooit op een kasseiklim gereden en je hebt geen flauw idee hoe je eraan moet beginnen. Hieronder vind je vijf tips die je in no-time omtoveren tot een echte flandrien.
Tip 1: Bandenspanning en bandenbreedte
Iedereen kent het gevoel wel, je haalt je racefiets van stal voor een trainingstochtje en je banden staan plat. Je neemt je voetpomp erbij en maakt je klaar om je banden op te pompen maar dan begin je te twijfelen. Hoeveel bar moet ik eigenlijk in mijn banden pompen? Hoe harder hoe beter, toch? Je pompt er een goede 7 tot 8 bar in en je vertrekt voor je trainingsrit.
Wanneer je over kasseien gaat rijden is dit een no-go! Met een dermate hoge bandendruk stuiter je nog harder van de ene kassei naar de andere dan de stuiterbal van je kleine neefje! Laat dus je bandendruk zakken tot een goede 5 tot 6 bar, afhankelijk van je gewicht. Zo minimaliseer je de kans op lekke banden.
Mocht je de de luxe hebben en ruimte genoeg hebben in je frame, monteer dan zeker minimaal 25mm brede banden op je fiets. Echter is 28mm de aangewezen breedte om aangenaam over de kasseien te kunnen dokkeren.
Tip 2: Rijd over de kasseirug
Als wielerfanaat heb je ongetwijfeld al eens op tv gezien hoe de profs in het voorjaar in een treintje het midden van de kasseien opzoeken, maar waarom doen ze dit eigenlijk? Doorheen het jaar zijn de meeste kasseistroken in Vlaanderen opengesteld voor auto's. Dit zorgt ervoor dat er spoorvorming ontstaat op de kasseistrook en de kasseien er slechter bij liggen daar waar de auto's steeds passeren. Het kiezen voor de kasseirug kan je dus een hele hoop energie besparen!
Tip 3: Blijf in het zadel
Een korte kasseiklim overwinnen valt niet te vergelijken met het beklimmen van een Alpencol. Daar waar je in de bergen op asfalt geregeld gaat rechtstaan op de pedalen om snelheid te maken kan je in de Vlaamse Ardennen beter in het zadel blijven zitten. Rechtstaan op de pedalen op een kasseiklim zal resulteren in een slippend achterwiel, iets dat we allen ten koste willen vermijden! Zorg er ook voor dat je versnelling niet te klein is, volledig vertrouwen op een soepele cadans om boven te geraken zoals Chris Froome in zijn betere dagen brengt je op de kasseien nergens. Kies dus voor de juiste versnelling met een goede balans tussen krachtoverdracht en cadans.
Tip 4: Leg je handen losjes bovenop het stuur
Iedereen kan zich het beeld zo wel voor de geest halen. Parijs-Roubaix 2012, op een goede 50km van de meet laat Tom Boonen zijn ploegmaat Nikki Terpstra achter en hij soleert naar zijn vierde overwinning in de Hel van het Noorden. Zijn houding op de fiets is een ode aan het woord flandrien. Zonder handschoenen, handen losjes bovenop bovenop het stuur stuift hij over de kasseistroken, hij lijkt wel te zweven. Boonen gebruikt deze techniek om pijnlijke polsen en vingers te vermijden. Je moet het stuur voelen trillen tussen je vingers zodanig dat je fiets al een deel van de klappen van de kasseien kan opvangen. Bij het beklimmen van een kasseiklim gebruik je dezelfde techniek.
Tip 5: Kijk steeds voor je uit
Zoals we eerder al bespraken liggen kasseien er niet altijd even goed bij. Daarom is het belangrijk om goed ver voor je uit te kijken. Zo kan je steeds tijdig anticiperen op putten in het wegdek of kasseien die er verschrikkelijk slecht bij liggen.
Comments